logo-knooppuntkerkenenarmoedespacer-100x5Knooppunt Kerken en Armoede

  • 5-slide
  • 8-slide
  • 2-slide
  • 1-slide
  • 7-slide
  • 3-sliide
  • 4-slide

Samen tegen armoede – hoofdstuk 10

Politieke beïnvloeding

Wie zich het lot aantrekt van mensen aan de arme kant van Nederland, komt ook oorzaken tegen die liggen in de manier waarop we de samenleving hebben ingericht. Dan gaat het om zaken die niet op te lossen zijn met louter hulpverlening aan mensen in nood. Er zijn veranderingen nodig om structurele oorzaken weg te nemen. Daarom ligt er bij diaconale organisaties ook een taak in ‘signaleren en alarmeren’, zoals toenmalig secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, ds. Wim van der Zee, het zei in 1987.

Je stem laten horen

Armoede in Nederland heeft vele gezichten en veel verschillende oorzaken. Er zijn oorzaken die bij het individu liggen: gedrag, pech, persoonlijke kenmerken en vaardigheden. Maar armoede heeft ook maatschappelijke oorzaken. Die hebben te maken met wet- en regelgeving, te lage uitkeringen, hoge lasten, slechte en ongelijke toegankelijkheid tot voorzieningen, uitsluiting op de arbeidsmarkt, uiteengroeien van arm en rijk; om er een paar te noemen. Er is ook een toenemende tendens van een overheid die zich terugtrekt en het maatschappelijk middenveld oproept in de bres te springen. Ook kerken zijn hiertoe uitgedaagd. Het is dan zaak dat zij zich op hun rol daarin bezinnen. Willen zij in de bres springen waar de overheid taken laat liggen? Hebben kerken genoeg financiële armslag om te helpen? Is het niet dweilen met de kraan open? In hoeverre willen kerken wel de rol vervullen waarin ze gedwongen lijken te worden? Het kan geen kwaad overheden te blijven aanspreken op dié verantwoordelijkheden die bij de politiek horen te liggen.

Niet bij hulp alleen

Helpen waar geen helper is, is onmiskenbaar een diaconale taak. Maar het volstaat niet. Het aankaarten van de achterliggende problemen bij samenleving en politiek hoort daar onlosmakelijk bij. De werken van barmhartigheid kunnen niet zonder een pleidooi voor gerechtigheid. Bij het diaconale werk tegen armoede horen dan ook signalering, alarmering en pleitbezorging.

In gesprek met de politiek

Veel beleid en uitvoering van wet- en regelgeving is gedecentraliseerd naar het gemeentelijk niveau. Dat heeft voor- en nadelen, maar het biedt in ieder geval kansen op invloed vanuit diaconale organisaties. Zoek de mogelijkheden op om te laten weten waar mensen tussen wal en schip vallen, waar ze tegen bureaucratie oplopen en waar ze te maken krijgen met een slechte bejegening. Laat ook weten waar beleid op verschillende terreinen langs elkaar heen werkt of elkaar tegenwerkt. Doe dat zoveel mogelijk vanuit de ervaringen van de mensen waarmee je werkt.

Samen sterker

Beleidsbeïnvloeding is bij uitstek iets wat geschikt is om in samenwerkingsverbanden te doen (zie hoofdstuk ‘Samenwerking’). Ervaringen worden gebundeld en ieder kan de kennis en deskundigheden inbrengen, die nodig zijn om goed beslagen ten ijs te komen. Leg hierbij ook goed het oor te luisteren bij de mensen die het betreft zelf. Neem als het even kan ervaringsdeskundigen mee in delegaties die met politiek of uitvoeringsinstanties praten.

Coöperatieve houding

Begin de contacten en gesprekken met politiek en uitvoerders niet met een ‘aanvallende’ houding. Vaak hebben lokale politici wel degelijk oog en oor voor de noden van burgers en hebben zij graag contact met maatschappelijke organisaties en kerken om signalen te ontvangen van wat er speelt. Het gesprek starten vanuit het aanbieden van (ervarings)deskundigheid, kan meer vruchten afwerpen dan fel van leer trekken over misstanden. Dat betekent natuurlijk niet dat kritiek vanwege de ‘lieve vrede’ achterwege moet blijven. Maar als er een vertrouwensrelatie is ontstaan, is het makkelijker om daar waar nodig ook eens flinke kritiek te leveren.

Wat kun je doen?

Persoonlijke contacten en gesprekken

Om verbeteringen te bereiken voor mensen die in armoede zijn geraakt, is het niet alleen goed om publiekelijk de trom te roeren, maar kan het zeker zo nuttig zijn om individuele contacten te gebruiken. Voer van tijd tot tijd een gesprek met een beleidsambtenaar van afdelingen Werk en Inkomen of Zorg, gemeenteraadsleden, portefeuillehouders van politieke partijen of de wethouder om te vertellen wat je tegenkomt en welke knelpunten echt om aandacht vragen. Misschien zit er wel een gemeenteraadslid of andere sleutelfiguur in je eigen kerk. Wees daar alert op en gebruik die contacten. Vergeet ook niet de contacten met mensen van woningbouwcorporaties, nutsbedrijven en andere instituties die iets kunnen betekenen voor armen.

Registreer en bundel van tijd tot tijd (jaarlijks in een jaarverslag of in een andere vorm) het aantal hulpvragen, ervaringsverhalen en knelpunten om die in deze ‘bilaterale’ contacten aan te bieden.

Publieksactiviteiten

Presentatie van cijfers, ervaringen en knelpunten vanuit de hulpverlening kan ook plaatsvinden in een meer publieksgerichte activiteit. Een debatavond of symposium organiseren en daar ook lokale politici bij uitnodigen, is een goede manier om aandacht bij samenleving en politiek te vragen. Te overwegen is ook een grotere publieksactiviteit, bijvoorbeeld op of rond 17 oktober, de internationale dag van verzet tegen armoede.

Werkbezoeken met politici organiseren is een andere mogelijkheid. Dat kan in meer besloten setting of met een meer publiek karakter. Vraag een gemeenteraadslid om eens op bezoek te komen. Laat daarbij bij voorkeur één of meer ervaringsdeskundigen aan het woord, vertel over de eigen activiteiten en laat weten welke knelpunten in gemeentelijk beleid en uitvoering je tegenkomt. Dit kan in de vorm van een eenmalige activiteit, maar het kan ook als een langer durende relatie in de vorm van de ‘adoptie’ van een gemeenteraadslid of wethouder.

Inspreken

In de gemeentelijke politiek zijn er meerdere momenten waarop inspraak mogelijk is. Maak daar gebruik van, bij voorkeur samen met bondgenoten. Er zijn incidenteel rond beleidsbeslissingen inspraakavonden van de gemeente of commissievergaderingen waarin vragen gesteld kunnen worden.

Inspreken bij de totstandkoming van armoedenota’s vormt een belangrijke gelegenheid. Tegenwoordig moeten alle gemeenten iedere vier jaar een nota armoedebeleid maken. In de voorbereiding daarvan organiseren veel gemeenten inspraak door maatschappelijke organisaties, waaronder kerken. Ongevraagd advies geven kan natuurlijk ook. In een vroege fase is het aan te raden contact te hebben met beleidsambtenaren die een en ander voorbereiden. In een latere fase kan ook gesproken worden met wethouder en raadsleden.

Gemeenteraadsverkiezingen zijn ook belangrijk om aan te grijpen om (samen met anderen) aandacht te vragen voor armoede. Ze vinden maar eens in de vier jaar plaats, maar het is een belangrijke periode en er is ruim de tijd om dit voor te bereiden. In de fase waarin partijen hun programma’s schrijven (één tot een half jaar voor de verkiezingen), kun je een brief met speerpunten sturen aan programcommissies. In de verkiezingstijd kun je je speerpunten aan publiek en media presenteren. In deze periode kun je ook op verkiezingsbijeenkomsten inspreken en/of een eigen verkiezingsdebat over armoede organiseren. Het maken van een programvergelijking op punten die relevant zijn voor armoedebestrijding, is ook een goed middel. In de fase van collegevorming is er een volgende kans om de aandacht op armoedebeleid te vestigen. Zodra er een nieuwe wethouder is, kun je hem of haar feliciteren en vragen om eens een gesprek te hebben.

Landelijk beleid

Niet alle knelpunten hebben te maken met lokaal beleid. Vanuit de plaatselijke kerken kunnen ook signalen over knelpunten en misstanden rond landelijk (inkomens)beleid worden gestuurd. Dat kan rechtstreeks naar Kamerleden, Kamercommissies of bewindslieden. Het kan ook via de landelijke organen van de kerken. Zij hebben periodiek contact met de politiek en kunnen signalen doorgeven.

>> Door naar literatuur en webadressen >>

Naar startpagina handreiking ‘Samen tegen armoede’